De term ‘lowcostpenalty’ is plots overal in de Jupiler Pro League, maar scheidsrechtersbaas
Jonathan Lardot wil er niets van weten. Volgens hem is het begrip gebaseerd op een compleet misverstand — en vooral de kritiek van
Hans Vanaken zint hem allerminst.
Door FVH
“Veel mensen die nu spreken over ‘lowcostpenalty’s’ waren wellicht niet op onze presentatie aanwezig", zegt Lardot in Het Nieuwsblad. “Ik heb die term nooit gebruikt.” Wat hij wél vertelde, was iets anders: “Wat ik wél heb uitgelegd, is dat we geen strafschoppen willen voor fases waarbij de aanvaller zelf het contact opzoekt of uitlokt.”
Volgens Lardot is daar intussen een eigen betekenis aan gegeven die niet strookt met zijn boodschap. Als voorbeeld haalt hij een fase aan uit het vorige seizoen: “Louis Patris kreeg tegen STVV nog een strafschop tegen in de hoek van het strafschopgebied. Die fase moest niet gefloten worden. Dat soort situaties willen we vermijden, maar dat heeft niets met 'lowcost' te maken. Het gaat over fouten die niet aanvoelen als een echte fout binnen de context van het spel.”
Duidelijkheid over drie fases
Op de jongste speeldag stonden opnieuw drie betwiste strafschopfases ter discussie, maar Lardot is duidelijk: “Iedereen keek naar één verdediger, maar het was net een andere speler die de fout beging. Die strafschop was correct.” Ook over Cercle-Anderlecht had hij een duidelijke visie: “De VAR greep terecht niet in. De fout was er, ook al was het licht. Refs moeten ook de voetbalbeleving meewegen.”
Reactie Vanaken wekt verbazing Toch is het vooral de houding van
Club Brugge-kapitein Hans Vanaken die Lardot stoort. “Vrijdag zei hij nog dat hij de fase niet goed gezien had. En nadien spreekt hij plots over een ‘lowcostpenalty’? Dat is vreemd.”