Hans Vanaken blijft maar leveren. Seizoen na seizoen. Trainer na trainer. Spelers komen en gaan, systemen veranderen, maar één constante blijft overeind bij
Club Brugge: Vanaken bepaalt het tempo, de rust en vaak ook het verschil. Zelfs nu hij al jaren meedraait aan de top, oogt hij nog altijd fris, scherp en beslissend.
Het is net die constante klasse die de discussie opnieuw doet oplaaien. Hoe kan het dat een speler met zoveel voetbalintelligentie, rendement en leiderschap nooit de stap naar het buitenland heeft gezet? Niet omdat hij het niveau niet aankon, want Vanaken bewees zich ook in Europa. In Champions League-wedstrijden tegen topclubs was hij zelden de mindere, vaak zelfs een van de betere spelers op het veld.
Toch bleef het bij geruchten. Af en toe wat interesse, nooit die ene transfer die alles in beweging zette. Misschien kwam het moment te laat. Misschien wilde hij zelf niet weg. Of misschien werd hij onderschat omdat hij geen typische flitsende middenvelder is, maar iemand die het spel leest in plaats van het te forceren.
Vanaken koos voor Club Brugge. Voor zekerheid, status en invloed. Hij werd kampioen, groeide uit tot aanvoerder en boegbeeld, en drukte zijn stempel op een van de succesvolste periodes uit de clubgeschiedenis. Dat is op zich al een carrière waar velen alleen maar van kunnen dromen.
En toch blijft dat gevoel hangen. Als je hem vandaag ziet spelen, denk je onvermijdelijk dat er nog een hoofdstuk had kunnen zijn. Een buitenlands avontuur, een andere context, een nieuwe uitdaging. Het kwam er niet van. En net daarom voelt het, hoe succesvol ook, toch een beetje als een gemiste kans.