Patro Eisden-trainer
Stijn Stijnen kreeg vorige week opnieuw vier speeldagen schorsing. De ex-doelman van Club Brugge reageert fel en voelt zich geviseerd door de voetbalbond. Volgens hem worden er leugens gebruikt om hem keer op keer te straffen.
Stijnen benadrukt dat hij niet weigert verantwoordelijkheid te nemen, maar dat hij oneerlijk behandeld wordt. “Bij mij hanteren ze altijd nultolerantie. Bij het minste wat ik doe, word ik gedagvaard. Natuurlijk loop ik niet altijd vrijuit, maar de straf moet in verhouding staan tot wat er gebeurd is.”
Voorval tegen Lierse
De recente schorsing kreeg hij na een incident met match delegate Eddy Vermeirsch. Stijnen zou hem agressief hebben benaderd, maar volgens de coach klopt dat niet. “Heel die fase duurde vier seconden. Ik stelde een vraag en hij begon me te filmen. En in zijn verslag beweerde hij zelfs dat hij in de tribune zat, terwijl ik beelden heb waarop te zien is dat hij tussen de dug-outs stond. Dan weet je genoeg.”
De Limburger gaat nu nog een stap verder: hij dient een strafklacht in tegen Vermeirsch. “Valse verklaringen afleggen is strafbaar. Als ik gestraft word omdat ik over de schreef ga, oké. Maar waarom zijn er leugens nodig om me te kunnen straffen? Doet de bond hier niets mee, dan wordt ook de KBVB zelf deel van het onderzoek.”
Stijnen wijst erop dat hij niet agressief is. “Ik heb nooit iemand geslagen of een ref omvergeduwd. Ja, ik ben passioneel, en dat zorgt ervoor dat ik soms fel reageer. Maar ik ben geen hardleers ettertje. Vorig seizoen kreeg ik niet één keer rechtstreeks rood.”
“Match delegates zijn een drama”
Het probleem zit volgens Stijnen bij de match delegates. “Met scheidsrechters heb ik zelden problemen. Maar bij delegates is het een ander verhaal: sommigen filmen me negentig minuten lang zonder reden. Anderen leggen verklaringen af die gewoon niet kloppen. Dat is onaanvaardbaar.”
De Patro-coach geeft toe dat hij zichzelf beter moet beschermen, maar blijft strijden voor wat hij rechtvaardigheid noemt. “Ik heb overwogen om met een bodycam te werken. Dan is het meteen duidelijk wat ik gezegd of gedaan heb. Misschien moet ik dat inderdaad maar doen.”