Een nieuwe coach, een nieuw elan. Dat was het opzet van
Anderlecht bij het aantrekken van
Besnik Hasi, nauwelijks twee weken voor de start van de Champions' Play-offs. Maar de hoop op een schokeffect werd zondag in Jan Breydel al meteen de kop ingedrukt. Club Brugge legde Paars-Wit over de knie met een duidelijke 2-0-zege. Van grinta of hernieuwde energie was geen sprake.
Het beeld was pijnlijk herkenbaar. Stroeykens, Hazard, Dolberg: allemaal lieten ze het afweten. Leander Dendoncker liep er verloren bij, opnieuw ver verwijderd van zijn niveau van weleer. Enkel Colin Coosemans toonde zich enigszins waardig, maar verder werd het niveauverschil met Club Brugge pijnlijk blootgelegd.
Analist Peter Vandenbempt vatte het bij Sporza treffend samen: “Als zelfs je beste spelers niet thuisgeven, en anderen zich verstoppen op het veld, wat blijft er dan nog over?” Ook Hasi moest, net als zijn voorgangers Brian Riemer en David Hubert, vaststellen dat de huidige kern simpelweg tekortschiet.
Bekerfinale of helemaal niets
Met amper 1 op 21 in de onderlinge duels tegen de top drie lijkt Anderlecht ver verwijderd van het niveau dat nodig is om mee te dingen naar de titel. Hasi werd binnengehaald om vuur te brengen, maar brandstof lijkt er niet. De conclusie is onontkoombaar: dit is geen kwestie van coaching meer, maar van fundamenteel sportief onevenwicht.