Het korte avontuur van
Mircea Rednic bij
Standard duurde amper vijf wedstrijden, maar de nasleep is des te intenser. Twee weken na zijn ontslag richt de Roemeense coach de pijlen vooral op
Marc Wilmots, de sportieve baas van de club.
Volgens Rednic was er nooit sprake van een echte samenwerking. “Vóór ik tekende, was duidelijk afgesproken dat Marc de transfers zou regelen en dat ik instond voor trainingen en tactiek. Maar vanaf dag één wilde hij alles controleren", vertelt Rednic in Het Nieuwsblad. “Ik ben een coach die ploegen beter maakt, maar dan moet ik wel mijn werk kunnen doen.”
De Roemeen legt uit dat meningsverschillen snel de kop opstaken. Wilmots verwachtte dat Rednic de ploeg liet spelen volgens het systeem waarvoor de transfers waren gedaan. Toen Rednic tijdens de wedstrijd tegen Genk overschakelde naar drie verdedigers, was dat voor Wilmots onaanvaardbaar. “Hij vond dat ik niet aanvallend genoeg speelde. Maar Marc verwees dan naar zijn tijd bij de Rode Duivels. Ik zei hem: ‘Marc, daar had je de beste spelers ter wereld ter beschikking. Hier is dat anders.’”
Geruchten en frustraties
Naast de tactische twistpunten wil Rednic ook zijn naam zuiveren. Verhalen over dutjes tussen trainingen door noemt hij “complete onzin”. Hij wijst naar Andy Kawaya als bron van dat gerucht. Ook de kritiek dat hij geen gebruik maakte van video en data schuift hij van tafel. “Voetbal draait om strategie, niet alleen om technologie", klinkt het scherp.
Een onvermijdelijk einde
De relatie met Wilmots bleek onherstelbaar. “Het is altijd makkelijker om de coach te ontslaan dan toe te geven dat de selectie beperkingen had", aldus Rednic. Zijn band met Standard blijft dubbel. “Ik wilde terugkeren om de club te helpen die veel voor mij betekent. Maar een marionet worden? Dat kan ik niet accepteren.”