De storm rond RSC Anderlecht blijft aanhouden. Ondanks herhaalde beloftes over een stabiel project, blijft sportieve continuïteit uit. Onder het voorzitterschap van Wouter Vandenhaute is er volgens critici weinig tot geen vooruitgang geboekt. Integendeel: het vertrouwen in de clubleiding lijkt verder af te brokkelen.
Wat ooit de stabiele grootmacht van het Belgische voetbal was, lijkt vandaag een schaduw van zichzelf. Voormalig topspeler Philippe Albert draait er niet omheen. In een analyse van de situatie noemt hij Anderlecht ronduit een “zieke club”, waar het voor ambitieuze coaches steeds moeilijker wordt om hun stempel te drukken. De kritiek is hard, maar niet ongegrond. De club heeft in drie jaar tijd meermaals van sportieve richting gewisseld, zonder tastbaar resultaat.
Volgens Albert is het dan ook niet verwonderlijk dat gevestigde trainers hun neus ophalen voor een functie bij paars-wit. “Waarom zou iemand met ambitie en naam dat risico nemen?”, stelt hij zich af. De clubleiding, onder impuls van Vandenhaute, faalt volgens hem in het uitbouwen van een coherente sportieve structuur. De vele wissels in de staf en het uitblijven van duidelijke sportieve lijnen maken de club onaantrekkelijk voor buitenstaanders.
Druk op de transferzomer
Ook analist Stephan Streker uitte bij RTBF zijn frustratie over de aanhoudende malaise. Volgens hem is het stilaan genoeg geweest: “Het cliché dat de directie niet op het veld staat, is niet meer houdbaar. De leiding is verantwoordelijk voor de chaos.”
In dat licht wordt de komende transferzomer cruciaal. Sportief directeur Olivier Renard kreeg na een teleurstellende wintermercato al de nodige kritiek, en ook hij zal deze zomer moeten leveren. Zonder doordachte versterkingen en sportieve continuïteit dreigt het geduld van de fans definitief op te raken.