Anderlecht droomde van een terugkeer naar de top, maar wat rest is vooral frustratie. Zondagavond kreeg die frustratie een gezicht — of beter: een naam. Na een bloedeloze 0-0 tegen Antwerp richtten de supporters zich collectief tot voorzitter
Wouter Vandenhaute. Het klonk luid en duidelijk: “Wouter buiten.”
De puntendeling tegen Antwerp was er eentje zonder glans, maar het ongenoegen in het Lotto Park ging veel verder dan het scorebord. Het was een uitbarsting van jarenlange teleurstelling, van oningeloste beloften en gemiste kansen.
Supporters die eerst nog hun hoop vestigden op stabiliteit en visie, zien nu vooral een club die blijft wankelen. En voor velen is Wouter Vandenhaute het symbool geworden van die instabiliteit.
Van redder tot mikpunt
Toen Vandenhaute begin 2020 naar voren werd geschoven door Marc Coucke, werd hij onthaald als een man met een plan. Financieel kwam de club langzaam in rustiger vaarwater. Maar sportief ging het te vaak de verkeerde kant op.
De keuzes van de voorzitter wegen zwaar: Felice Mazzu, een miscast van formaat. De terugkeer van David Hubert in een hoofdrol. En ook de aanstelling van sportief directeur Olivier Renard en diens keuze voor Besnik Hasi als coach lijken tot dusver weinig vruchten af te werpen.
Geen applaus meer, maar spandoeken
De sfeer in het stadion zondagmiddag was veelzeggend. Geen woede-uitbarstingen, maar eerder een collectieve zucht, gevolgd door duidelijke boodschappen: gefluit, spreekkoren en een spandoek dat geen ruimte voor interpretatie liet.
Anderlecht staat nu op een kruispunt. De sportieve lijn blijft onscherp, de resultaten blijven wisselvallig, en de connectie met de achterban brokkelt af. Alleen een trofee, zoals winst in de bekerfinale, kan het sentiment tijdelijk keren.