Vincent Mannaert kan Anderlecht weer groot maken

Anderlecht blijft al jaren worstelen met dezelfde pijnpunten: contractdossiers die te lang aanslepen, dure spelers die overbodig zijn en een kern die moeilijk in balans te houden valt. Geen wonder dat steeds vaker de vergelijking wordt gemaakt met Vincent Mannaert, de man die Club Brugge ruim tien jaar lang een strak beleid oplegde en er een succesmachine van maakte. Maar wat zou een “Mannaert-type” nu echt kunnen betekenen voor Anderlecht?
Van 2011 tot 2024 stond Vincent Mannaert mee aan het roer van Club Brugge. Hij legde de basis voor de dominantie van blauw-zwart in de Belgische competitie. Onder zijn beleid werden de loonstructuren streng bewaakt, contracten van sleutelfiguren tijdig verlengd en spelers met restwaarde slim verkocht. Zijn beleid leverde niet alleen vijf landstitels en een reeks bekersuccessen op, maar ook tientallen miljoenen aan transferinkomsten. Club Brugge werd zo financieel en sportief de stabielste club van het land.
Voor veel analisten is het duidelijk: een gelijkaardig profiel zou Anderlecht goed kunnen gebruiken. Het verschil tussen beide clubs is pijnlijk zichtbaar. Terwijl Club door de jaren heen op tijd beslissingen nam over sterkhouders en overbodige spelers snel van de hand deed, sleept Anderlecht dossiers vaak maandenlang mee. Het gevolg: contracten lopen af, dure spelers verzeilen in de B-kern en de loonstructuur raakt uit balans.
Het probleem in Neerpede
Vandaag worstelt Anderlecht opnieuw met verschillende lastige dossiers. Yari Verschaeren en Mario Stroeykens gaan hun laatste contractjaren in, terwijl spelers als Ashimeru, Flips en Rits intussen bij de beloften moeten trainen. Zulke situaties vreten niet alleen aan de sportieve stabiliteit, ze drukken ook financieel zwaar op de club. Precies dat soort chaos wist Mannaert bij Club Brugge jarenlang te vermijden.
Een verhuis naar Anderlecht? Dat lijkt uitgesloten. Sinds eind 2024 is Mannaert namelijk sports director bij de Belgische voetbalbond (RBFA). Hij kreeg daar de verantwoordelijkheid over het mannenvoetbal en heeft een mandaat tot minstens na het WK 2026. Contractueel en deontologisch is een overstap naar een Belgische club dus onmogelijk. Bovendien zou de perceptie problematisch zijn: de architect van Club Brugge die plots in Neerpede de lijnen zou uitzetten? Voor een deel van de Anderlecht-fans is dat moeilijk te verteren.
De rol van Olivier Renard
Anderlecht haalde eind vorig jaar met Olivier Renard wel al een sportief directeur binnen die ervaring heeft met strakke structuren. Bij Standard, Antwerp en later Montréal toonde hij dat hij een selectie kan heropbouwen met oog voor doorverkoopwaarde en een duidelijke lijn in contractbeheer. Renard moet nu bewijzen dat hij ook in Brussel in staat is om een soortgelijk model neer te zetten, maar nu staat nu al onder loodzware druk na de afgelopen transferperiode.
Een “Mannaert-type” zou Anderlecht ongetwijfeld vooruithelpen: sneller beslissen, contracten beter bewaken en duidelijke keuzes maken in de kern. Maar Mannaert zelf is geen optie zolang hij bij de bond werkt. De oplossing ligt dus bij Olivier Renard, die in de komende transferperiodes zal moeten tonen of hij de chaos kan doorbreken en Anderlecht opnieuw richting stabiliteit en succes kan sturen.