'Thorsten Fink in de problemen na instorting van KRC Genk'
Het seizoen van KRC Genk had alle ingrediënten om te eindigen in een triomftocht. Onder Thorsten Fink toonde de ploeg fris en aanvallend voetbal, won het de reguliere competitie en kregen jonge talenten volop kansen. En toch eindigt het jaar in ontgoocheling, met een zwakke play-offcampagne en een groeiende stroom aan kritiek — vooral richting de coach.
De harde cijfers liegen niet: 1 op 18 in de Champions’ Play-offs en een totale instorting op het moment dat het er echt om ging. En terwijl de sportieve malaise zichtbaar was op het veld, werd ook naast de lijnen de aanpak van Fink steeds meer in vraag gesteld. Analist Marc Degryse benoemt het als een structureel probleem: “Fink slaagt er niet in om het moment aan te voelen. Zijn communicatie was ondermaats,” klinkt het.
Tactisch geen plan B, verbaal geen scherpte
Wat opvalt: Fink bleef vasthouden aan zijn principes, ook toen het team duidelijk sputterde. Geen opvallende ingrepen of nieuwe impulsen, en vooral: weinig urgentie in zijn toon. Net dat laatste wringt bij waarnemers als Degryse. “Je moet durven verwachtingen uitspreken. Na het winnen van de reguliere competitie moet je gewoon zeggen dat je kampioen wil worden. Punt.”
Ook zijn opvallende lof voor tegenstanders zette kwaad bloed. De vergelijking tussen Club Brugge en ‘het Bayern van België’ viel niet overal in goede aarde. Niet bij de fans, en zeker niet bij de mensen binnen Genk die net wilden uitstralen dat hún ploeg weer aan zet was.
Verkeerde signalen op verkeerde momenten
Het meest veelbesproken moment? Een statement van Fink net voor de start van de play-offs waarin hij onverwacht opkwam voor de Belgische scheidsrechters en opriep tot meer respect. Het initiatief kwam volledig van hemzelf, zonder overleg met de club. Toen Genk nadien meermaals het slachtoffer werd van twijfelachtige beslissingen, keerde de boodschap als een boemerang terug.
Degryse begrijpt nog steeds niet waarom Fink die kaart trok: “De timing was bizar, de inhoud nog vreemder. Zoiets bespreek je intern. Je versterkt er je ploeg niet mee, integendeel.”
