Aleksandar Stankovic is in sneltempo uitgegroeid tot een onmisbare schakel in het elftal van
Club Brugge. Zonder veel franjes, maar met bijzonder veel efficiëntie, nestelde hij zich naast Hans Vanaken en Raphael Onyedika in het hart van de ploeg. Zijn prestaties in de Champions League en Jupiler Pro League maken duidelijk dat Club een absolute goudhaantje in huis heeft.
Toch dreigt de euforie op termijn omslaan in frustratie. Stankovic werd immers niet zomaar van Inter Milaan overgenomen: de Italianen bedongen een stevige terugkoopoptie. Indien Inter komende zomer al opnieuw wil toehappen, kan dat voor een vast bedrag van 23 miljoen euro. Een jaar later loopt die som op naar 25 miljoen, maar dat blijft nog altijd ver onder zijn geschatte marktpotentieel.
Mogelijk tientallen miljoenen mis
Binnen Club leeft de overtuiging dat de Serviër kan uitgroeien tot een speler van 40 à 50 miljoen euro. Volgens het Italiaanse FcInter1908 rekent men in Brugge op dat potentieel. Mocht die voorspelling kloppen, dan ziet blauw-zwart dus minstens de helft van een mogelijke jackpot door de vingers glippen. Zelfs wanneer Inter geen gebruik maakt van de clausule, houdt het rechten achter de hand: 12 tot 15% van de meerwaarde vloeit sowieso terug naar Milaan bij een toekomstige transfer.
Ironisch genoeg werd Stankovic gehaald als opvolger van Ardon Jashari, die voor een recordbedrag naar AC Milan trok. Ondanks dat vertrek wordt de Zwitser nauwelijks gemist dankzij de bliksemsnelle inpassing van de Serviër. Maar waar Jashari voor Club nog een financiële voltreffer opleverde, lijkt Stankovic al op voorhand geblokkeerd door de afspraken met Inter.
Een dure les?
Club betaalde zelf om en bij de 10 miljoen euro voor zijn komst. In het slechtste scenario moet het genoegen nemen met een beperkte winst en de vastgelegde percentages aan Inter. Terwijl Stankovic sportief steeds meer een sleutelspeler wordt, dreigt het financieel dus een dossier te worden waar Club Brugge later met gemengde gevoelens op terugkijkt.