Hein Vanhaezebrouck heeft in
Het Nieuwsblad zijn voorkeursdefensie voor het komende WK toegelicht, en daarin kiest de analist opvallend genoeg niet voor jonge profielen zoals Ngoy of De Winter. Volgens hem ligt de sleutel bij spelers die organisatorisch sterk zijn én leiderschap kunnen opnemen.
Vanhaezebrouck heeft een duidelijke logica achter zijn selectie. Hij schuift Brandon Mechele, Zeno Debast en Arthur Theate naar voren als basisopties. Debast en Theate speelden volgens hem het vaakst samen en zouden daardoor het best op elkaar ingespeeld zijn. Toch plaatst hij een nuance bij Theate. “Puur defensief is hij misschien onze beste verdediger, maar de transmissie van zijn kop naar zijn voeten is niet altijd perfect.”
De centrale vraag voor Vanhaezebrouck is echter wie binnen die defensie de leiding zal nemen. Dat brengt hem bij
Matte Smets, die hij een belangrijke rol toeschrijft. Volgens de analist onderscheidt Smets zich door zijn manier van denken op het veld. “Ngoy en De Winter focussen zich vooral op de bal. Smets organiseert de ploeg. Hij kan linies breken met een pass en heeft ook de diagonale bal in de voet. Dat kunnen de anderen minder.”
Naast die jonge organisator vindt Vanhaezebrouck dat ook extra ervaring nodig blijft. Daardoor komt hij opnieuw uit bij Axel Witsel, die hij een cruciale rol toedicht voor evenwicht binnen de groep. “De Bruyne en Courtois kunnen scherp uit de hoek komen. Witsel kan dan de bemiddelaar zijn. Hij is het cement.”