"Geertruida terug naar Eredivisie-club"
Toen Lutsharel Geertruida afgelopen zomer voor twintig miljoen euro de overstap maakte van Feyenoord naar RB Leipzig, leek de route uitgestippeld. Een vaste waarde bij Oranje, sterk seizoen in de Eredivisie, en een moderne, tactisch sterke Bundesliga-club als volgende halte. Alles leek te kloppen. Tot het tempo van de realiteit hem inhaalde.
Geertruida werd binnengehaald als opvolger van Mohamed Simakan, die naar Al-Nassr vertrok. Aanvankelijk kreeg hij ook zijn kansen. Maar naarmate het seizoen vorderde, verloor hij geleidelijk zijn plek. Waar hij in Rotterdam een onbetwiste leider was, moest hij in Leipzig genoegen nemen met een wisselrol. Basisplaatsen maakten plaats voor invalbeurten, en die op hun beurt voor bankzittersstatuut.
Volgens het Duitse BILD, dat een overzicht publiceerde van de meest teleurstellende transfers in de Bundesliga, behoort Geertruida tot die lijst. De krant wijst erop dat hij er niet in slaagde de “sportieve leegte noch de karakterrol van Simakan” over te nemen. Niet vanwege gebrek aan talent, maar eerder door de harde concurrentie en het gebrek aan geduld in een club die speelt voor Champions League-plaatsen.
Een bredere les voor de Eredivisie-top
Geertruida’s verhaal is lang niet uniek. Spelers uit de Eredivisie of Jupiler Pro League die vroeg naar het buitenland trekken, komen vaak in een context terecht waarin eerdere status niets garandeert. De overstap naar een topvijfcompetitie vergt aanpassing, zowel tactisch als mentaal. En die tijd wordt zelden gegeven.
Dat er in Duitsland nu wordt gespeculeerd over een mogelijke terugkeer naar Nederland, onderstreept het ongemak. Alleen: financieel lijkt zo’n scenario onhaalbaar. Feyenoord of een andere Eredivisie-club beschikt simpelweg niet over de middelen om een speler met een transfersom van twintig miljoen en een Bundesliga-loon terug te halen.
