Besnik Hasi staat met
Anderlecht na zeven speeldagen op amper elf punten en miste bovendien de Europese kwalificatie. Cijfermatig doet hij het dus slechter dan Brian Riemer, die exact een jaar geleden na zeven matchen ontslagen werd. Toch klinkt er rond Neerpede geen paniek. Waarom blijft de Kosovaar wél voorlopig in het zadel?
Het bestuur heeft de voorbije zomer bewust geïnvesteerd in een brede omkadering voor de hoofdtrainer. Met Jérémy Taravel, Edward Still en clubicoon Lucas Biglia kreeg Hasi drie assistenten die dagelijks mee de lijnen uitzetten. Ook sportief directeur Olivier Renard, bezig aan zijn eerste mercato, koos voor een jong en onervaren kern. Dat transferbeleid maakt dat de verantwoordelijkheid niet eenzijdig bij de coach kan gelegd worden, zo weet Het Laatste Nieuws.
Blessures en ontbrekende pionnen
Anderlecht kreeg bovendien te maken met een rist afwezigen. Creatieve spelers zoals Tristan Degreef, Thorgan Hazard, Ilay Camara en Adriano Bertaccini stonden recent allemaal aan de kant. Voeg daar het vertrek van Kasper Dolberg bij, zonder echte vervanger, en het is duidelijk dat Hasi met beperkingen moet werken.
Opvallend: volgens interne data staat de ploeg fysiek veel verder dan vorig seizoen. Statistieken tonen dat enkel Club Brugge en Union SG meer doelkansen creëren. Dat contrasteert fel met het stroeve voetbal van Riemer, die in september 2024 ondanks een betere puntenoogst werd bedankt voor bewezen diensten. Toen was de negatieve spiraal niet meer te keren, met Wouter Vandenhaute als voorzitter die de knoop doorhakte.
Broos krediet
Voorlopig is er dus vertrouwen in Hasi. Binnen de club wordt zijn werkmentaliteit en de veerkracht van de groep gewaardeerd. Toch blijft de situatie broos. Tegen AA Gent wacht vanavond een cruciale test: winst brengt Anderlecht naar een gedeelde tweede plaats en herstelt de rust, maar een slechte uitslag kan de discussie over de coach in alle hevigheid doen oplaaien.