Hans Vanaken is intussen 32 en al jaren hét boegbeeld van
Club Brugge. Zes landstitels, vijf Supercups, een beker en drie Gouden Schoenen: zijn prijzenkast spreekt voor zich. Toch blijft één vraag telkens terugkomen: had de spelmaker niet méér uit zijn carrière kunnen halen als hij ooit de stap naar een buitenlandse topcompetitie had gezet?
Vanaken brak ooit door bij Lokeren, waar hij met een bescheiden ploeg meteen de Beker van België won. Na zijn transfer naar Club Brugge werd hij een echt prijsbeest. Seizoen na seizoen bleef hij beslissend, ook in de Champions League. Daar toonde hij dat zijn technische kwaliteiten en spelinzicht ook op het hoogste niveau overeind bleven.
Te laat voor de grote stap?
Clubs uit grotere competities toonden af en toe interesse, maar een definitieve stap kwam er nooit. Misschien uit te veel liefde voor blauw-zwart, misschien ook omdat de timing nooit ideaal was. Vandaag lijkt een toptransfer niet langer realistisch, maar de discussie blijft: Vanaken had zich ook in Spanje, Duitsland of Engeland kunnen laten gelden.
Jonathan Legear, tegenwoordig analist, gaat nog verder. Voor hem is het duidelijk dat Vanaken al jarenlang meer respect verdient, ook bij de nationale ploeg. “Vanaken zou altijd op de lijst moeten staan. Altijd!”, zegt hij bij SudPresse. “Hij is intelligent, maakt looplijnen, scoort en leest het spel sneller dan anderen. Voor mij kan hij zich staande houden in eender welke Europese competitie.”
Eindelijk erkenning bij de Duivels
Onder Roberto Martinez kreeg Vanaken af en toe zijn kans, maar onder Domenico Tedesco verdween hij helemaal uit beeld. Sinds Rudi Garcia bondscoach werd, is de Brugse middenvelder opnieuw een vaste waarde in de selectie en vaak zelfs basisspeler. Voor Legear is dat niets meer dan normaal: een speler met zo’n profiel moet simpelweg gerespecteerd worden.