De nederlaag van
KRC Genk in Brugge doet meer pijn dan enkel het verlies van drie punten. Op Jan Breydel werd opnieuw duidelijk dat de Limburgers met een stevig vraagteken kampen op een cruciale positie: die van doelman.
Door SKN
Na het vertrek van Mike Penders haalde Genk deze zomer de Oostenrijker Tobias Lawal binnen. Coach Thorsten Fink wil concurrentie en die lijkt er sneller te komen dan gedacht. In Brugge ging
Hendrik Van Crombrugge niet vrijuit bij het tweede tegendoelpunt, iets wat meteen de discussie weer aanwakkerde.
Van Crombrugge wuifde zelf de kritiek weg. “Je komt uit om die bal zo ver mogelijk weg te slaan. Dat lukt niet altijd", gaf hij mee aan Het Nieuwsblad. Toch beseft hij dat er opnieuw naar hem gekeken wordt. “Bang dat Lawal volgende week al in doel staat? Absoluut niet.”
Teleurgesteld na sterke start
Genk was nochtans lang de betere ploeg in Brugge. Ze kwamen op voorsprong en leken controle te hebben, maar na de rust draaide alles. Club scoorde twee keer na stilstaande fases, het gekende pijnpunt van de Limburgers.
Jongeling Konstantinos Karetsas was na afloop duidelijk: “We moeten daar echt op werken. Het doet pijn, want we waren dominant en hadden de beste kansen. Club Brugge was niet beter dan wij.”
Onrust naast het veld
Ondertussen wordt er ook naast het veld over Van Crombrugge gepraat. De doelman is sinds kort samen met Vanessa D’Hooghe, de ex-partner van Carl Hoefkens. Dat zorgt voor extra aandacht rond de 31-jarige goalie, op een moment dat hij vooral op het veld antwoorden wil geven.