Na een turbulente campagne met
Anderlecht lijken de dagen van
Besnik Hasi in het Lotto Park geteld. Toch hoeft zijn verhaal in het Belgische voetbal hier niet te eindigen. Integendeel zelfs: er klinkt her en der opvallend veel respect voor de manier waarop hij zijn korte passage heeft ingevuld.
Toen Hasi aan de vooravond van de play-offs het roer overnam van David Hubert, hoopte men op een kentering. Die bleef uit. Paars-Wit kon zich niet mengen in de titelstrijd en moest ook in de beker de duimen leggen tegen Club Brugge. Resultaat: een vierde plaats, zonder uitzicht op een vaste aanstelling.
Toch leeft er intern nog geen totale afrekening. “Hij wil zelf wel graag en heeft enorm geprobeerd, misschien zelfs teveel", stelt Filip Joos. “Maar hij had natuurlijk ook wel telkens redenen om te wisselen.”
Meer dan een tussenpaus?
Hasi bracht volgens kenners stabiliteit in een woelige kern. Dat de eindresultaten uitbleven, is volgens sommigen te wijten aan structurele problemen. Joos nuanceert: “Ik vind zijn interimperiode niet zo negatief als nu wordt voorgesteld.” En Tuur Dierckx sluit zich daarbij aan: “Hij heeft wel getoond dat hij in een groep alle neuzen in één richting kan krijgen en heeft bijvoorbeeld Thorgan Hazard en Leander Dendoncker doen groeien.”
Het zegt veel over het respect dat Hasi nog altijd geniet. En over de overtuiging dat zijn bijdrage misschien niet direct met trofeeën, maar wél met vakwerk werd beloond.
Nieuwe uitdaging lonkt?
Sportief directeur Olivier Renard en CEO Tim Borguet moeten de knoop nog doorhakken, maar het lijkt weinig waarschijnlijk dat Hasi straks een volwaardig contract krijgt. Toch is dat volgens Joos niet het einde van het verhaal.
“Het zou heel fout zijn om deze play-offs in zijn schoenen te schuiven. Hij heeft gered wat er te redden viel. Ik snap ook zijn bewijsdrang", zegt hij. En dan, met nadruk: “Ik weet niet of dit zijn laatste kans was bij een Belgische topclub. Onderschat hem niet.”
Joos ziet zelfs al concrete pistes: “Als het niet doorgaat bij Anderlecht zie ik hem toch in staat om zich ergens anders weer op de kaart te zetten. Ik zeg maar iets: door goed werk te leveren als opvolger van Rik De Mil bij
Charleroi. Dan komt hij wel weer in aanmerking voor pakweg Genk of Gent.”