'Dries Mertens en Kat Kerkhofs gaan daverend transfernieuws onthullen'

De laatste weken in Istanbul lijken stilaan geteld voor Dries Mertens. De Belgische publiekslieveling vierde nog de dubbel met Galatasaray, maar wie goed kijkt, merkt het: Mertens staat op een kruispunt. En opvallend genoeg lijkt het pad naar de toekomst hem regelrecht terug te voeren naar waar zijn hart altijd is gebleven: Napoli.

Het was Kat Kerkhofs die na de Turkse titelviering het intiemste nieuws van het seizoen bracht: zoontje Ciro krijgt een zusje. Meteen werd duidelijk dat de familie Mertens verder denkt dan enkel voetbal. Wonen, toekomst, thuiskomen. En dat alles maakt van Napels plots méér dan een herinnering.

Het oude palazzo van het gezin staat er nog, net als hun verbondenheid met de stad. “Dries wordt op 6 juni uitgeroepen tot ereburger van Napoli”, klinkt het bij de Italiaanse pers. En dat is niet zomaar symbolisch. Mertens is met 148 goals de absolute clubtopscorer — zelfs Diego Maradona moest daarvoor buigen.

Napoli roept, maar op een andere manier
Een verlengd verblijf bij Galatasaray lijkt steeds minder waarschijnlijk. En intussen gonst het in Napels: komt Mertens terug, niet als speler, maar als gezicht van de toekomst? "Als Dries stopt en terugkeert naar Napels, dan kan hij meteen toetreden tot de staf. De mensen willen hem terug. Hij hoort hier", klinkt het bij lokale fans.

Ook Het Laatste Nieuws en Het Nieuwsblad suggereren dat er gesprekken zijn over een rol binnen de technische omkadering. Misschien zelfs onder een nieuwe Belgische trainer — want ook Kevin De Bruyne en Romelu Lukaku worden met Napoli in verband gebracht.

Meer dan een gerucht: een zachte landing
Voor Mertens is het geen transfer meer. Geen carrièrebeslissing. Het is een levenskeuze. Samen met Kat en Ciro — en straks hun dochtertje — terugkeren naar de stad waar hij werd omarmd als een van de hunnen. Een plek waar hij zonder doelpunten nog altijd een god is.

En dus blijft het gissen waar Dries straks officieel aankondigt waar hij heen gaat. Maar één ding is duidelijk: als er één speler is die met open armen ontvangen wordt, dan is het wel Ciro zelf.