De supporters van
Antwerp FC hebben genoeg gezien. Na de thuisnederlaag tegen Dender – meteen ook de eerste overwinning voor de rode lantaarn – barstte het ongenoegen helemaal los. De achterban nam niet alleen het sportieve drama op de korrel, maar richtte zich vooral op de bestuurskamer. Hun boodschap aan voorzitter
Paul Gheysens is ongewoon hard en duidelijk.
De supportersfederatie FASC spaarde de woorden niet: “De bodem is bereikt. Onze club is doodziek.” Volgens hen was de nederlaag tegen Dender “beschamend en pijnlijk tekenend voor de beslissingen van de laatste maanden”. De 12 op 45 en de voorlaatste plaats zitten diep.
Het ontslag van Stef Wils, dat meteen volgde op het verlies, wordt niet als oplossing gezien. “Het ontslag van Stef Wils was de kroniek van een aangekondigde dood. Hij bracht te weinig vuur en deed soms vreemde wissels, maar verder kan je hem weinig verwijten.” De supporters wijzen naar één richting: “De echte verantwoordelijkheid lag niet bij de coach. Het bestuur hoeft hiervoor énkel in de spiegel te kijken.”
Volgens FASC is de club intern en sportief uitgehold. “Je kunt bezuinigen om zelfbedruipend te worden, dat is op zich geen probleem. Maar dit Antwerp is kapot bespaard, zowel sportief als binnen de organisatie.” De spelerskern zou zwaar verzwakt zijn: “De helft van de huidige basiself zou drie jaar geleden nog niet eens de bank hebben gehaald.”
Daarbij komen interne problemen die voor grote zorgen zorgen: “Medewerkers verlaten de club vanwege een toxische werksfeer en worden zelfs niet vervangen. Lonen blijven onbetaald, facturen stapelen zich op.”
De fans voelen zich intussen vergeten. “Wij worden tot de laatste druppel uitgeperst, zonder iets terug te krijgen: geen sportieve resultaten, amper communicatie en transparantie.” Ze menen dat de pers zelfs teruggefloten wordt: “Een beetje meer ruggengraat zou hen sieren.”
De oproep aan Gheysens is scherp: “Als je niet het mooiste halflege stadion van 1B wil worden, moet er iets gebeuren.” En de slotzin laat aan duidelijkheid niets te wensen over: “Het is nu tijd om te reageren.”