Marc Degryse viert vandaag zijn zestigste verjaardag, en dat is ook Johan Boskamp niet ontgaan. De Nederlander werkte drie jaar samen met Degryse bij Anderlecht en blikt met veel warmte terug.
“Je wordt nooit zo oud als je eruitziet, Marc (buldert). Nee joh, wordt die kleine al 60? Drie jaar heb ik met ’m gewerkt bij Anderlecht en hij heeft me drie keer kampioen gemaakt. Toen ik terugkeerde bij Anderlecht was-ie helaas naar PSV vertrokken. Gelukkig heb ik ’m nog kunnen overtuigen om naar AA Gent te komen.”
Boskamp herinnert zich maar één moment van spanning. “Slechts één keer heb ik bonje met Marc gehad. Dat was toen iedereen wegging bij Anderlecht, van Luc Nilis tot Philippe Albert. We waren op trainingskamp en Marc kon naar Ajax. Hij wou daar echt heen, want zijn hele schoonfamilie is supporter. Ik heb er toen nog met ‘Louistje’ van Gaal over gesproken, maar Marc moest blijven. Was hij niet zo blij mee. Dat jaar won Ajax de Champions League, geloof ik.”
Slimme voetballer, topanalist
Dat Degryse in het voetbal is gebleven, verbaast Boskamp niet. “Marc is ontzettend slim en wist altijd precies waar de problemen vandaan kwamen. Hij zag dingen sneller dan een ander.”
Vandaag ziet Boskamp hem vooral uitblinken als analist. “Ik vind hem tot de top van België behoren. Hij zegt zijn gedacht en draait er niet omheen. Zo hoort het. En als-ie wat zegt, zit het er meestal boenk op. Dat merk je nu wel wat er gebeurt bij Anderlecht (lacht). Niemand weet wat daar staat te gebeuren. Het blijft een fantastische club, maar wat hebben ze daar een zootje van gemaakt, zeg.”