'Noa Lang gaat helemaal uit de bocht bij PSV'

Noa Lang beleeft een opvallend seizoen bij PSV. Na een moeizame start door blessureleed heeft de buitenspeler zich opgewerkt tot een sleutelspeler in het team van Peter Bosz. Met vijf doelpunten en zeven assists in negentien wedstrijden heeft hij zijn waarde op het veld bewezen, maar buiten het veld blijven zijn gedrag en uitspraken voer voor discussie.

Lang maakte in de zomer de overstap van Club Brugge naar PSV, waar hij aarzelend begon aan het seizoen. Blessures zorgden ervoor dat hij vaak op de bank belandde, maar inmiddels lijkt hij volledig op dreef. Zijn dribbels, doelpunten en assists maken hem een publiekslieveling in Eindhoven. Toch is zijn houding buiten het veld niet bij iedereen geliefd.

Tijdens een recente Eredivisie-wedstrijd liet Lang zich na een knappe assist van zijn beste kant zien, maar zijn eigen lofzang achteraf viel niet in goede aarde bij analisten zoals Wim Kieft en René van der Gijp.

Kritiek van Kieft en Van der Gijp
In de podcast KieftJansenEgmondGijp sprak Kieft zijn ongenoegen uit over de mentaliteit van Lang. “Hij is snel tevreden met zichzelf, maar van een speler met zijn potentie mag je veel meer eisen", aldus Kieft. “Af en toe een doelpuntje of een leuke actie is niet genoeg. Als hij echt zo goed wil zijn als hij denkt, moet hij dat tien keer achter elkaar laten zien.”

Van der Gijp sluit zich daarbij aan en wijst op het theatrale gedrag van Lang na zijn acties. “Bij elk doelpunt bedenkt hij weer iets nieuws. Als Romario vroeger vier keer scoorde tegen NEC, vertelde hij dat thuis niet eens.”

Een speler die geprikkeld moet blijven
Ondanks de kritiek erkennen de analisten ook de bijzondere kwaliteiten van Lang. Volgens Kieft is het belangrijk dat de 25-jarige aanvaller blijft worden uitgedaagd. “Je moet hem blijven prikkelen. Misschien doet Peter Bosz dat al goed, maar hij oogt soms alsof hij denkt: ‘Kijk mij, dat heb ik even lekker gedaan.’ Als hij die mentaliteit kan omzetten naar constante prestaties, ligt er een grote toekomst voor hem in het verschiet.”