Stuivenberg haalt zwaar uit naar 'amateuristisch' Genk

Albert Stuivenberg begon nog wel aan het seizoen als trainer van KRC Genk, maar werd vlak voor de jaarwisseling bedankt voor bewezen diensten. De Nederlander betreurt zijn ontslag in de Luminus Arena, maar merkt fijntjes op dat er nog steeds heel wat misloopt bij Genk.

Het kan snel verkeren: op een gegeven moment werd het Genk van Stuivenberg nog de best voetballende ploeg van het land genoemd. “Als het liep en de kwaliteiten helemaal tot uiting kwamen, was dat zeker zo. Anders kan je dat ook niet zo vaak doen. Maar ik denk wel dat de groep dit seizoen moeite had met de druk van het moeten presteren”, merkt Stuivenberg op in Het Belang van Limburg.

“Die druk was soms heel groot. Genk heeft bovendien een vrij jonge groep waar weinig natuurlijk leiderschap in zit. Ik ben niet naïef en weet dat het uiteindelijk om resultaat draait. Wanneer matchen niet lopen zoals gepland, is het ook een kwaliteit om toch tot een goed resultaat te komen. Dat is te vaak niet gebeurd.”

"Topsportcultuur is noodzakelijk"

Stuivenberg beseft dat hij fouten maakte, maar haalt tegelijkertijd ook flink uit naar Genk. “Je moet in de spiegel kijken. Het zou kunnen dat ik te hard ben gegaan met mijn drang naar verbetering en mijn veeleisendheid. Dat kan tegen je werken als het minder gaat. Maar ik kan zeggen dat ik er alles aan gedaan heb. Er zat nog rek in. Ik hoop dat men bij Genk denkt dat ik iets heb bijgebracht in de ontwikkeling van de organisatie. Naast het trainerschap was ik heel erg betrokken om de club op een hoger niveau te krijgen. Genk wil een stabiele club in de top zes worden, dan is een topsportcultuur noodzakelijk. Daar stappen in zetten is niet altijd even gemakkelijk gebleken.”

"Genk is te reactief"

“Al in het eerste halfjaar bleek dat Genk een familieclub is - dat is heel mooi - maar ook dat ze hier en daar te reactief zijn. Voordat we gaan handelen, moet er eerst iets gebeuren. Ik heb het advies gegeven om een meer proactieve cultuur te creëren. Zo kun je dingen voor zijn. Die stap hebben wij slechts deels kunnen maken. We hebben gesproken over een cultuur waar je elke dag met plezier naar de club komt om je te verbeteren.”