De Belgische delegatie verliet de loting met een opvallend rustige blik. Geen zuchten van opluchting, geen sprongetjes van euforie, maar vooral het gevoel dat het toernooi eindelijk vorm krijgt. De tegenstanders – Iran, Egypte en Nieuw-Zeeland – wekten geen schrikreacties op, wel een duidelijk plan van aanpak.
In de wandelgangen ging het eerst over de afstanden tussen de speellocaties. Volgens REUTERS benadrukte Vincent Mannaert dat de logistiek bijzonder goed meeviel. “Het kon slechter, vraag dat maar aan Frankrijk”, grijnsde hij. “De afstanden tussen Seattle, Los Angeles en Vancouver zijn haalbaar. Dat maakt onze planning een stuk eenvoudiger.”
Over de tegenstanders was hij realistisch: “Het zijn drie haalbare ploegen. Iran heeft een sterke generatie gehad, maar die loopt op haar laatste benen. Egypte is op papier de moeilijkste tegenstander. Nieuw-Zeeland is dan weer écht een onbekende factor.”
Bondscoach
Rudi Garcia verstopte zijn enthousiasme niet. “Ik heb wel het gevoel dat het WK nu écht begonnen is”, citeert
HLN de Fransman. De coach blikte ook persoonlijk vooruit naar de ontmoeting met Egypte. “Ik ben blij dat ik Mo Salah, met wie ik bij AS Roma heb samengewerkt, terug ga zien.”
Toch blijft de ambitie centraal staan. “We willen als eerste eindigen in deze groep. Wij zijn België, zijn ambitieus en hebben van niemand schrik.”