'Ook déze sterkhouder op weg naar uitgang bij Club Brugge'

Bij Club Brugge is men stilaan gewend aan buitenlandse interesse, maar in het geval van Joël Ordoñez lijkt het deze keer meer te zijn dan een vluchtige flirt. In Milaan wordt de naam van de 21-jarige Ecuadoriaan steeds nadrukkelijker naar voren geschoven als een van de belangrijkste puzzelstukken in Inter’s nakende verjongingsoperatie.

Niet onbelangrijk: bij de Nerazzurri lopen de contracten van ervaren verdedigers Stefan de Vrij en Francesco Acerbi af. Daardoor zoekt de Italiaanse topclub dringend vers bloed — en in die zoektocht belandden ze opnieuw in Brugge.

Ordoñez heeft in korte tijd een status opgebouwd die voor Club bijzonder waardevol is, maar voor gegadigde clubs al snel bijzonder duur wordt. De Ecuadoriaan werd door La Gazzetta dello Sport omschreven als “krachtig, modern en toekomstgericht”, maar tegelijk ook als iemand die niet zomaar op te halen valt in Jan Breydel.

Toch zit er dit keer een extra element aan de onderhandelingstafel. Inter beschikt namelijk over een terugkoopoptie op Aleksandar Stankovic, die dit seizoen tot een van de sterkhouders van Club is uitgegroeid. Voor 23 miljoen euro kunnen de Italianen hem komende zomer terughalen.

En wie het dossier van dichtbij volgt, weet dat dergelijke clausules vaak meer betekenen dan enkel een mogelijke terugkeer. In Milaan wordt zelfs geopperd dat Inter Stankovic eventueel nog een extra jaar in Brugge kan laten rijpen — niet uit liefdadigheid, maar om de verstandhouding met Club te versterken in functie van een andere deal. En die andere deal heet uiteraard Joël Ordoñez.