"Maarten Martens opvolger van Besnik Hasi bij Anderlecht"

Marc Degryse windt er geen doekjes om: RSC Anderlecht staat voor een nieuwe zomer van keuzes, beslissingen en heropbouw. In Het Laatste Nieuws spreekt hij klare taal over de situatie van de club, zowel op vlak van spelerskern als op het gebied van de technische staf.

“Wéér moet Renard andere spelers halen op cruciale posities", stelt Degryse vast. “Hij moet een selectie op de been brengen die het evenwicht houdt tussen fitheid, ervaring en jeugdig talent.” Voor de zoveelste keer lijkt paars-wit een andere koers te moeten varen.

Besnik Hasi? “Vandaag moet je ook niet doorgaan met Hasi”
Degryse maakt ook komaf met de discussie rond Besnik Hasi, die de ploeg richting bekerfinale moest loodsen. “Om de vraag te beantwoorden of de club moet doorgaan met Besnik Hasi, heb ik een heel eenvoudige redenering", zegt hij. “Stel: Anderlecht was doorgegaan met Hubert. Zoals het aan het lopen was, zou Hubert in deze play-offs niet ineens het licht hebben gezien. Dan was het nu dus over voor Hubert.”

Daaruit trekt Degryse een heldere conclusie: “Zou Anderlecht dan deze zomer Besnik Hasi genomen hebben als opvolger? Neen, want Hasi is louter gehaald om een schokeffect te realiseren met het oog op de bekerfinale. Welnu, dan moet je vandaag in de huidige situatie ook niet doorgaan met Hasi.”

Nieuwe namen: Martens als richtingaanwijzer
Over wie dan wél in aanmerking komt, blijft het voorlopig gissen. Namen als Mark van Bommel en Philippe Clement worden genoemd, maar Degryse tempert de verwachtingen: “Die lijken me niet realistisch. Toch zeker Clement niet, gezien zijn verleden bij Club Brugge — dat zullen de fans niet pikken. Van Bommel staat dan weer niet bovenaan het lijstje van de club.”

Zijn suggestie? “Anderlecht moet wat mij betreft een profiel als dat van Pocognoli nastreven. Ik drop hierbij maar een naam: Maarten Martens. Ik weet wel, hij verlengde nog maar net zijn contract bij AZ, maar misschien staat hij open voor een telefoontje. Ik wil alleen maar aangeven in welke richting ik denk.”