De mercato van
Anderlecht leverde gemengde reacties op. Paars-wit verkocht sterkhouders als Kasper Dolberg, Louis Patris en Theo Leoni, maar haalde tegelijk een rist nieuwe namen binnen. Het resultaat: een kern van maar liefst 35 spelers, ondanks de uitschakeling in Europa.
Volgens Het Nieuwsblad was dat geenszins de bedoeling. Coach Besnik Hasi beschikt intussen over drie elftallen, terwijl er tegelijk nog spelers als Mario Stroeykens en Majeed Ashimeru op de transferlijst staan. De vrees groeit dat Anderlecht zichzelf opnieuw met een te brede selectie heeft opgezadeld.
Energiek middenveld, maar ook dure vraagtekens
Positief is dat het middenveld meer dynamiek kreeg. Enric Llansana en Nathan Saliba brengen volgens analist Jürgen Geril energie, terwijl Ilay Camara op de flanken voor extra kracht kan zorgen zodra hij fit is. Toch weegt vooral de kritiek op enkele stevige investeringen die voorlopig weinig rendement opleveren.
“Zo’n 5,5 miljoen betalen voor spits Mihajlo Cvetkovic, middenvelder Cedric Hatenboer en verdediger Zoumana Keita, om die vervolgens bij de Futures te stallen?”, klinkt het. Het toont hoe het transferbeleid van Anderlecht nog steeds vragen oproept: talent binnenhalen is goed, maar de sportieve meerwaarde op korte termijn blijft uit. Voor coach Besnik Hasi ligt een haast onmogelijke puzzel.