Marc Coucke heeft geweldig nieuws te melden over Anderlecht

Na jaren van rode cijfers presenteert RSC Anderlecht voor het eerst sinds de overname door Marc Coucke opnieuw een financieel gezonde jaarrekening. Voor sporteconoom Wim Lagae (KU Leuven) is dit veel meer dan een cijfermatige meevaller. "Dit toont aan dat het businessmodel van Anderlecht eindelijk begint te werken", zegt hij in Het Nieuwsblad.

Een opvallend element in het rapport: de inkomsten uit de doorverkoop van ex-speler Jérémy Doku. Dankzij een percentage op diens miljoenenovergang van Rennes naar Manchester City, kon de club het gemis aan Europees voetbal dit seizoen bijna volledig compenseren. “Dat zegt veel over hoe belangrijk die verborgen bonussen zijn", aldus Lagae. “Die zie je als buitenstaander niet altijd, maar ze maken wel degelijk het verschil.”

Van verlies naar vooruitgang
Voor het eerst sinds de overname van Coucke haalt Anderlecht nu op eigen kracht winst. Volgens Lagae is dat geen toeval: “Ze hebben de loonmassa onder controle gebracht. De kosten zijn nu in verhouding tot de inkomsten. Dat betekent dat het 'vliegwiel' eindelijk draait.”

Maar wat Anderlecht volgens Lagae écht onderscheidt van andere Belgische clubs, is de manier waarop het zichzelf heruitgevonden heeft als entertainmentmerk. “De stadionbeleving is vandaag een troef. Lichtshows, sfeer, marketing: het zijn elementen waar zelfs de televisiekijker naar uitkijkt. De bezettingsgraad van 98 procent is indrukwekkend. Veel kleinere clubs kunnen daar niet aan tippen.”

De tandem Coucke–Vandenhaute heeft volgens hem begrepen waar moderne clubs het verschil kunnen maken: “Van dag één is er geïnvesteerd in infrastructuur en beleving. En het loont.”

Toekomst: sportieve inhaalbeweging
Of Anderlecht binnenkort ook op sportief vlak kan wedijveren met Club Brugge, blijft voorlopig een open vraag. “Blauw-Zwart heeft de voorbije jaren een stevige voorsprong uitgebouwd. Maar Anderlecht heeft ondertussen een sterke commerciële en structurele basis gelegd. In het hart van Brussel, met Europees bereik. Dat is hun grootste troef voor de toekomst.”